In
de belastingplannen voor 2014 is niet voorzien in een verlenging van de
tijdelijke verhuurregeling en van de driejaarperiode bij leegstand van de eigen
woning. Tenzij nog een nota van wijziging verschijnt op dit punt, vervalt per 1
januari 2014 de tijdelijke verhuurregeling en gaat de periode waarin de
voormalige woning nog als eigen woning kan worden aangemerkt terug van drie
naar twee jaar. Met ingang van 1 januari 2014 geldt de tweejaarperiode ook weer
voor leegstand bij aankoop van een nieuwe eigen woning of voor een toekomstige
eigen woning in aanbouw.
De
tijdelijke verhuurregeling zou al eerder eindigen, maar is een paar keer met
een jaar verlengd. Over de beëindiging van deze regeling heeft het RB in 2012 al
vragen gesteld aan het Ministerie van Financiën.
Vraag 1
Blijft de regeling van 2013, 2012,
2011 ook gelden na 1 januari 2014 voor de gevallen waarin de tijdelijke verhuur
is aangevangen in 2013 of eerder, zodat bij beëindiging van de tijdelijke
verhuur de woning voor de resterende periode weer wordt aangemerkt als een
eigen woning in box 1?
Uitwerking
Nee, er bestaat voor die situatie
geen overgangsbepaling. Zoals aangegeven in het antwoord in de nota naar
aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2011 wordt verondersteld dat
belastingplichtigen die hun voor verkoop bestemde woning tijdelijk gaan
verhuren, rekening houden met de termijnen van de herleving van de
hypotheekrenteaftrek en met het feit dat het hier een tijdelijke – en dus
eindige - regeling betreft. Aangezien het om kortlopende huurcontracten gaat
met een vooraf vastgestelde eindtermijn, zal doorgaans reeds bij aanvang van de
verhuurperiode duidelijk zijn of men binnen de gestelde termijnen terug zal
keren naar box 1.
Om
te beoordelen of een woning die tijdelijk wordt verhuurd kan terugkeren naar
box 1 na afloop van die verhuur moet de wettekst worden toegepast zoals die
luidt op moment van aflopen van de verhuur. Met ingang van 2014 komt de
mogelijkheid van terugkeer in box 1 na tijdelijke verhuur van de voormalige
eigenwoning te vervallen. Wanneer de verhuurperiode dus afloopt in of na 2014
kan de betreffende woning niet
terugkeren in box 1 voor het restant van de verhuisregeling.
Vraag 2
De tijdelijke verhuurregeling vervalt met ingang van 1
januari 2014. Gaat de verhuurde woning dan op 31 december 2013, 1 januari 2014
of met terugwerkende kracht naar de aanvangsdatum van het verhuur over naar box
3 met berekening eigen woningreserve? Hoe wordt de kapitaalverzekering eigen
woning of spaarrekening eigen woning in dat geval afgewikkeld?
Uitwerking
De woning gaat altijd op het moment van aanvang van de
verhuur naar box 3. De bijzondere regeling voor tijdelijke verhuur (fiscaal
geruisloze terugkeer naar box 1) heeft daarop geen invloed. Als, bijvoorbeeld,
de tijdelijke verhuur eindigt in 2014, is van fiscaal geruisloze terugkeer naar
box 1 geen sprake. Volgens het ministerie vindt de toepassing van de
bijleenregeling en de afwikkeling van eventuele spaar- en verzekeringsproducten
gekoppeld aan de eigenwoningschuld (KEW/SEW/BEW) dan plaats als eigen woning
kwalificerende woning op een bepaald moment niet meer voldoet aan de criteria
van de eigen woning. Het vervreemdingsmoment valt dan op het moment waarop de
verhuur is aangevangen. Naar inschatting zullen hier niet veel aanpassingen van
aanslagen uit voortvloeien, aangezien wordt verondersteld dat
belastingplichtigen die hun voor verkoop bestemde woning tijdelijk gaan
verhuren, rekening houden met de termijnen van de herleving van de hypotheekrenteaftrek
bij tijdelijke verhuur en het tijdelijke karakter van de regeling.
Bron:
Register
Belastingadviseurs