zaterdag 12 oktober 2013

Tijdelijke verruiming eigenwoningregeling vervalt 1 januari 2014



In de belastingplannen voor 2014 is niet voorzien in een verlenging van de tijdelijke verhuurregeling en van de driejaarperiode bij leegstand van de eigen woning. Tenzij nog een nota van wijziging verschijnt op dit punt, vervalt per 1 januari 2014 de tijdelijke verhuurregeling en gaat de periode waarin de voormalige woning nog als eigen woning kan worden aangemerkt terug van drie naar twee jaar. Met ingang van 1 januari 2014 geldt de tweejaarperiode ook weer voor leegstand bij aankoop van een nieuwe eigen woning of voor een toekomstige eigen woning in aanbouw.

De tijdelijke verhuurregeling zou al eerder eindigen, maar is een paar keer met een jaar verlengd. Over de beëindiging van deze regeling heeft het RB in 2012 al vragen gesteld aan het Ministerie van Financiën.

Vraag 1

Blijft de regeling van 2013, 2012, 2011 ook gelden na 1 januari 2014 voor de gevallen waarin de tijdelijke verhuur is aangevangen in 2013 of eerder, zodat bij beëindiging van de tijdelijke verhuur de woning voor de resterende periode weer wordt aangemerkt als een eigen woning in box 1?

Uitwerking

Nee, er bestaat voor die situatie geen overgangsbepaling. Zoals aangegeven in het antwoord in de nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2011 wordt verondersteld dat belastingplichtigen die hun voor verkoop bestemde woning tijdelijk gaan verhuren, rekening houden met de termijnen van de herleving van de hypotheekrenteaftrek en met het feit dat het hier een tijdelijke – en dus eindige - regeling betreft. Aangezien het om kortlopende huurcontracten gaat met een vooraf vastgestelde eindtermijn, zal doorgaans reeds bij aanvang van de verhuurperiode duidelijk zijn of men binnen de gestelde termijnen terug zal keren naar box 1.

Om te beoordelen of een woning die tijdelijk wordt verhuurd kan terugkeren naar box 1 na afloop van die verhuur moet de wettekst worden toegepast zoals die luidt op moment van aflopen van de verhuur. Met ingang van 2014 komt de mogelijkheid van terugkeer in box 1 na tijdelijke verhuur van de voormalige eigenwoning te vervallen. Wanneer de verhuurperiode dus afloopt in of na 2014 kan de betreffende woning niet terugkeren in box 1 voor het restant van de verhuisregeling.

Vraag 2

De tijdelijke verhuurregeling vervalt met ingang van 1 januari 2014. Gaat de verhuurde woning dan op 31 december 2013, 1 januari 2014 of met terugwerkende kracht naar de aanvangsdatum van het verhuur over naar box 3 met berekening eigen woningreserve? Hoe wordt de kapitaalverzekering eigen woning of spaarrekening eigen woning in dat geval afgewikkeld?

Uitwerking

De woning gaat altijd op het moment van aanvang van de verhuur naar box 3. De bijzondere regeling voor tijdelijke verhuur (fiscaal geruisloze terugkeer naar box 1) heeft daarop geen invloed. Als, bijvoorbeeld, de tijdelijke verhuur eindigt in 2014, is van fiscaal geruisloze terugkeer naar box 1 geen sprake. Volgens het ministerie vindt de toepassing van de bijleenregeling en de afwikkeling van eventuele spaar- en verzekeringsproducten gekoppeld aan de eigenwoningschuld (KEW/SEW/BEW) dan plaats als eigen woning kwalificerende woning op een bepaald moment niet meer voldoet aan de criteria van de eigen woning. Het vervreemdingsmoment valt dan op het moment waarop de verhuur is aangevangen. Naar inschatting zullen hier niet veel aanpassingen van aanslagen uit voortvloeien, aangezien wordt verondersteld dat belastingplichtigen die hun voor verkoop bestemde woning tijdelijk gaan verhuren, rekening houden met de termijnen van de herleving van de hypotheekrenteaftrek bij tijdelijke verhuur en het tijdelijke karakter van de regeling.
Bron: Register Belastingadviseurs

donderdag 3 oktober 2013

Opgaaf lening eigen woning



Sinds 1 januari 2013 gelden nieuwe regels voor wat betreft leningen voor de eigen woning. Sindsdien geldt namelijk dat als een lening wordt afgesloten bij een niet-administratieplichtige, de Belastingdienst hiervan op de hoogte moet worden gesteld (art. 3.119g Wet IB 2001). Als deze verplichting niet wordt nagekomen, wordt de schuld niet aangemerkt als eigenwoningschuld en is de rente niet aftrekbaar. Het gaat bijvoorbeeld om leningen die ouders aan kinderen verstrekken.
Op de website van de Belastingdienst is inmiddels het elektronisch formulier te vinden waarmee de opgaaf lening eigen woning moet worden gedaan. De opgaaf dient te worden gedaan op het moment dat de aangifte wordt ingediend, maar uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de overeenkomst is aangegaan. Hetzelfde formulier dient te worden gebruikt om wijzigingen van de betreffende gegevens door te geven. Dergelijke wijzigingen worden doorgegeven binnen een maand na afloop van het kalenderjaar waarin de wijziging zich voordoet. 
Bron: Register Belastingadviseurs

Verruiming vrijstellingen schenkbelasting



In het Belastingplan 2014 is voorgesteld de vrijstelling schenkbelasting ook van toepassing te verklaren op de schenking voor aflossing van een restschuld van de vervreemde eigen woning. Daarnaast is voorgesteld om de vrijstelling met betrekking tot de eigen woning te verruimen, waarbij het vrij te stellen bedrag wordt verruimd tot € 100.000 en de beperking in de persoon van de schenker en de leeftijd van de verkrijger worden losgelaten. Op 1 oktober 2013 is het besluit van 16 september 2013, nr. BLKB2013/1699M gepubliceerd waarin dit, vooruitlopend op de inwerkingtreding van deze wetgeving, al is goedgekeurd. De eerste maatregel is met terugwerkende kracht tot 29 oktober 2012 van toepassing en de tweede maatregel geldt sinds 1 oktober 2013, mits is voldaan aan de gestelde voorwaarden.
In voorkomend geval kan worden verzocht om ambtshalve vermindering van de aanslag schenkbelasting 2012.